Schakelkinderen tweewekelijks aan het werk op de Stadsboerderij

Sinds enige tijd werken de kinderen van onze schakelklassen, de klassen van het basisaanbod (voorheen type 8), op woensdag op de Stadsboerderij in Wilrijk. De ene week zijn het de kinderen van juf Amelie die daar de handen uit de mouwen steken, de andere week die van meester Joost. Dieren verzorgen, zaaibedden leggen, spruitjes oogsten maar ook het erf keren, stallen uitmesten en gevels schoonmaken. De taken zijn zeer divers. Het is niet zomaar een uitstapje, maar een gerichte, pedagogisch onderbouwde activiteit.

 

Onderwijs is doorgaans vooral gebaseerd op wat kinderen weten en kunnen. In het steineronderwijs gaan we ervan uit dat er ook voldoende aandacht moet zijn voor het gevoelsleven. En dat is nodig, willen we ervoor zorgen dat de kinderen opgroeien tot evenwichtige mensen. Kennis en informatie worden in het gevoelsleven namelijk verwerkt en tot een geheel gemaakt. Vergelijk het met een vruchtbare grond (het gevoelsleven) waarin een boom (de kennis en vaardigheden) stevig kan wortelen om te groeien.

 

Dat verwerken van informatie in het gevoelsleven gebeurt onder andere door betrokkenheid, interesse, eerbied en begrip. Wie aan den lijve iets ondervindt, ontwikkelt een sterker gevoel van zekerheid. Méér nog dan bij de andere kinderen, is deze beleving bij de kinderen uit de schakelklassen van groot belang. Dikwijls gebeurt de verbinding met de wereld spontaner via het doen dan via het denken, eerder via de handen dan via het hoofd.

 

Door het fysieke werk op de boerderij, bieden we de leerinhouden – die verwerkt worden in ons gevoelsleven – aan via de praktisch weg. Dit noemen we in de steinerpedagogie ook wel de weg van de wil. In de doelen die aan de boerderij-activiteiten verbonden zijn, zijn zowel denken en voelen als willen belangrijk. Het zijn de drie onderdelen van het leren die het kind nodig heeft voor een harmonische ontwikkeling.

 

Wat komt er zoal aan bod?

  • Wiskunde en taal: wegen, meten en schatten, maar ook het benoemen van werkmaterialen, groenten, dieren enz.
  • Wanneer de kinderen de verschillende stappen in een proces ervaren, groeit hun zekerheid. Ze krijgen zicht op wat er al geweest is, en zien wat er nog voor hen ligt, op weg naar hun doel. Zo breidt hun kennis uit van hoe de wereld in elkaar zit, kunnen ze hier steeds meer op inspelen en groeit hun vertrouwen in hun eigen kunnen.
  • In het contact met de natuur en het leven kunnen de kinderen wetmatigheden als oorzaak & gevolg aan den lijve ondervinden. Als je roept tegen een dier, vlucht het weg of wordt het agressief. Als je goed zorgt voor een plantje, dan groeit het goed. Doe je dat niet, dan sterft het. Door zich hiervan bewust te zijn, leren de kinderen wat eerbied is.
  • De beleving doorheen het jaar geeft kinderen een betere kijk op het ritme van de natuur.
  • Op de boerderij hebben de kinderen heel heldere opdrachten. Ze weten goed wat ze moeten bereiken, wat hun doel is. Door gericht te zijn op hun doel, is hun werk zinvol. Ze zijn zelf gemotiveerd om iets gedaan te krijgen, niet omdat het moet van juf of meester.
  • Ook het sociale wordt geoefend: voor sommige opdrachten moet je samenwerken, goed afspreken, samen een plan maken.

 

Wat de kinderen zelf vinden van het werk op de boerderij?

 

“Leuk! Ik geef een 10 op 10!”

“Soms is het wel een beetje vies en eng.”

 

thumb_IMG_20160113_103252[1]_1024 thumb_IMG_20160113_102519[1]_1024 thumb_IMG_20151125_103536[1]_1024 thumb_IMG_20151125_103504[1]_1024 thumb_IMG_2558_1024 thumb_IMG_2556_1024 thumb_IMG_2555_1024 thumb_IMG_2554_1024 thumb_IMG_2552_1024 thumb_IMG_2551_1024 thumb_IMG_2550_1024 thumb_IMG_2549_1024 thumb_IMG_2548_1024 thumb_IMG_2546_1024 thumb_IMG_2544_1024 thumb_IMG_2164_1024 thumb_IMG_2162_1024 thumb_IMG_2160_1024 thumb_IMG_2159_1024 thumb_IMG_2158_1024